Anna Paulowna van Rusland

Anna Paulowna Russisch: Анна Павловна, Anna Pavlovna [ˈanːə ˈpavləvnə]?) (Sint-Petersburg, 18 januari 1795 – Den Haag, 1 maart 1865), grootvorstin van Rusland, behorend tot het huis Romanov, was als echtgenote van koning Willem II van 1840 tot 1849 koningin der Nederlanden.

Jeugd Anna was een dochter van tsaar Paul I van Rusland en diens vrouw Sophia Dorothea Augusta Louisa van Württemberg, in Rusland beter bekend als tsarina Maria Fjodorovna. Toen zij zes jaar was, werd haar vader vermoord en opgevolgd door zijn zoon Alexander I, de oudste broer van Anna. In 1809 (ze was toen veertien jaar oud) heeft keizer Napoleon geprobeerd haar te trouwen, maar zijn verzoek werd afgewezen. Hij was toen op zoek naar een adellijke echtgenote, maar kreeg Anna's hand niet, na verzet van Anna zelf en haar moeder tsarina Maria Fjodorovna, de weduwe van tsaar Paul I. In 1814 was er een plan geweest om Anna uit te huwelijken aan de Franse prins Karel, zoon van de latere koning Karel X. Maar omdat Anna direct na het huwelijk zich tot het katholicisme zou moeten bekeren, ging dit uiteindelijk niet door.



De toeren door Nederland en België moesten vroeger dan gepland worden stilgelegd omdat Anna al zwanger was. Schoonvader Willem I had ondertussen Paleis Kneuterdijk gekocht voor het jonge paar, waar ze kort daarna hun intrek namen. In de winter werd besloten om naar het voor hen gebouwde paleis, het huidige Academiënpaleis in Brussel te gaan. Anna verbleef hier het liefst, want Brussel had meer pracht en praal dan het killere noorden; maar op wens van haar schoonvader wisselden ze hun verblijf af met paleizen in het noorden. Zo verbleven ze 's zomers ook afwisselend het paleis Tervuren en op Paleis Soestdijk, dat Willem ontvangen had als nationaal cadeau voor zijn optreden bij Quatre-Bras en Waterloo in de strijd tegen Napoleon. Tot de afscheiding van België in 1830 woonde het kroonprinselijk paar voornamelijk afwisselend in 's-Gravenhage en Brussel

Uit het huwelijk werden vijf kinderen geboren: Willem, de latere koning Willem III (1817-1890) Alexander (1818-1848) Hendrik (1820-1879) Ernst Casimir (1822) Sophie (1824-1897) Anna was een zorgzame moeder voor haar kinderen. Echtgenoot Willem had de erg moderne opvatting dat de kinderen normaal moesten worden opgevoed: ze moesten publiek onderwijs volgen, maar Anna zag hier niets in. De relatie tussen haar echtgenoot en diens vader is nooit hartelijk geweest. In 1817 liepen de gemoederen zo hoog op dat Anna overspannen was geraakt van alle familieproblemen. Na verschillende succesvolle verzoeningspogingen werd in 1819 een aanslag op de koning beraamd. Anna's echtgenoot schijnt later banden te hebben gehad met de misdadigers; doch het fijne ervan is niet bekend. Alhoewel de kroonprins in Brussel op handen werd gedragen, was hij in het noorden minder populair. Toch werd het vertoeven in het door Anna zeer geliefde Brussel bemoeilijkt. In de eerste plaats door de toenemende spanningen tussen noord en zuid, die later tot de Belgische Revolutie zouden uitgroeien. Maar ook door andere drama's: zoals een door verhitte verwarmingsbuizen veroorzaakte brand in 1820. Naar verluidt kon de kroonprinselijke familie ternauwernood ontsnappen aan de vlammenzee. In 1829 zijn grote hoeveelheden Russische juwelen van Anna uit het paleis ontvreemd. Anna beschuldigde haar man van nalatigheid, terwijl aan het hof werd gefluisterd dat buitenechtelijke relaties van Willem er met de sieraden vandoor waren gegaan. Hij was zijn echtgenote niet altijd trouw geweest en heeft verschillende buitenechtelijke kinderen verwekt.

voor volledige informatie in andere talen

Arabic