Baruch Spinoza

Baruch Spinoza, was een Nederlands filosoof, wiskundige, politiek denker en lenzenslijper uit de vroege Verlichting van Sefardisch-Joodse afkomst. Onder de natuurfilosofen is hij een radicaal die elke vorm van Openbaring of profetie ontkende en geen andere verklaring accepteerde dan die gebaseerd op de rede. Hij stelde dat de Bijbelse profeten gewone mensen waren met een uitzonderlijke verbeeldingskracht die niet namens God spraken. Spinoza ontwikkelde een filosofie waarin theologie geen rol speelde en ongeacht welke religie toepasbaar is. Hij stelde dat God en natuur hetzelfde zijn en dat inzicht in de natuur ook de kennis van het goddelijke verhoogt. Hij is de grondlegger van de dubbel-aspecttheorie. Zijn boeken waren tweehonderd jaar lang verboden in Europa, omdat zijn historische Bijbelkritiek zou leiden tot atheïsme en fatalisme. Als politiek denker vond hij dat de macht van de staat nooit aan een enkeling toevertrouwd mocht worden, omdat daar misbruik van gemaakt zou worden.[3] Vanwege zijn grondige kennis van het Hebreeuwse idioom is Spinoza van belang geweest voor de Bijbelwetenschap.

Spinoza was een volgeling en criticus van René Descartes en een tijdgenoot van Nicolas Malebranche en Gottfried Wilhelm Leibniz, eveneens rationalisten van de vroege moderne filosofie. Spinoza noemde zichzelf met de voornaam Bento, dat gezegende betekent. Ook zijn vrienden spraken hem zo aan. De brieven die bewaard zijn gebleven, alle na 1660, ondertekende hij steevast met Benedictus. Ook het enige werk waar hij zijn naam onder zette, ondertekende hij met Benedictus. Zijn levensmotto was Caute (behoedzaam). Tijdgenoten omschreven Spinoza als een zachtmoedig, rustig en bescheiden mens. Veel van wat over Spinoza's privéleven geschreven is, lijkt verzonnen te zijn om hiaten op te vullen. Desondanks zijn de verhalen vaak verworden tot legendes. Alleen wat vermeld is in de inleiding van zijn Opera Posthuma, in zijn brieven en in officiële documenten is controleerbaar. Aan de rest mag getwijfeld worden.

Familie De Sefardische familie Spinoza (d'Espinosa in het Portugees) kwam volgens sommige historici uit de plaats Espinosa de los Monteros, bij Burgos in Spanje. Anderen beweren dat zijn familie uit Portugal naar die plaats emigreerde en later naar Portugal terugging. Toen de joden die weigerden zich tot het christendom te bekeren uit Spanje werden verdreven, begon een van Spinoza's voorouders een handel over de Spaans-Portugese grens. Omdat Portugal in 1580 werd ingelijfd bij het Spaanse rijk, trokken de vervolgde joden naar het noorden. Spinoza's grootvader begon rond 1592 een handelsonderneming in het Franse Nantes. Later vestigde hij zich in Rotterdam. Zijn zonen Michaël (de vader van Baruch) en Manuel verhuisden naar Amsterdam. Michaël Spinoza werd geboren in het Portugese Vidigueira. Hij was een koopman in mediterrane producten. Om het embargo van Spanje te omzeilen, handelde Spinoza via zijn contacten in Nantes. Michaël d'Espinosa trouwde met zijn volle nicht Rachel, die in februari 1627 overleed. Niet lang daarna hertrouwde hij met Hanna Debora uit Lissabon. Zij stierf in november 1638. Het gezin d'Espinosa bestond toen waarschijnlijk uit vijf kinderen. Uit zijn derde huwelijk met de 40-jarige Esther de Solis in april 1641 zijn geen kinderen bekend.

Jeugd Op 24 november 1632 schonk Hanna Debora het leven aan Baruch. Zijn geboortehuis zou op het eiland Vlooienburg hebben gestaan. In ieder geval woonde het gezin vrij kort daarna aan de toenmalige Houtgracht, tegenover het eiland. Baruch kreeg een joodse opvoeding; thuis en op straat werd de Portugese taal gebezigd; op school sprak hij Spaans. Gebeden werd er in het Hebreeuws. Al snel zag hij in dat de Talmoed en Thora "zozeer de mensengeest verraadt dat de heilige schrift van de joden onmogelijk het werk van God kan zijn". Hij noemt ze "uitvindingen van de menselijke fantasie". Gaandeweg zette hij zich steeds meer af tegen alle voorschriften, de feestdagen en de spijswet. De rabbijnen zagen deze 'godslasterlijke handelingen' met ontzetting aan.[18] Spinoza stopte met naar school gaan toen hij in 1649, na het overlijden van zijn oudste broer, in het handelsbedrijf van zijn vader ging werken. In 1650 trouwde een zus van Baruch, Miriam, met Samuel de Casseres, een rabbijn-in-opleiding. Zij stierf het jaar daarop. Hun zus Rebecca sprong in om de verzorging van zijn pasgeboren kind op zich te nemen. In oktober 1652 overleed Michaëls derde echtgenote Ester. In maart 1654 stierf Spinoza sr. Zijn firma had zwaar te lijden gehad onder de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog en was aan het eind van zijn leven bijna failliet. Baruch nam samen met zijn broer Gabriël de handel in wijn, olijfolie, vijgen en amandelen over. De schuldeisers lieten hen echter niet met rust. Op 7 mei 1655 had Baruch een handgemeen met de schuldeiser Antonio Alvares, waarbij Spinoza's hoed op de grond viel en werd platgetrapt.

Zoekend Vanaf het midden van de 17e eeuw hield intellectueel Europa zich bezig met de zuivere waarheid en vroeg zich af wat waar is in de Bijbel. In 1655 publiceerde Isaac La Peyrère in Amsterdam zijn ideeën over de geschiedenis en trok daarbij de juistheid van de Bijbel in twijfel.[23] Athanasius Kirchner vroeg zich af of er ook voor de zondvloed regenbogen waren. Spinoza hield zich meer op natuurkundige wijze bezig met het verschijnsel regenboog, dat eerst na het ontdekken van de brekingswetten van Snellius goed verklaard kon worden. In 1657 correspondeerde Spinoza met Christiaan Huygens over het verschijnsel, evenals over waarschijnlijkheid en kansrekening. Spinoza had zich ondertussen bekwaamd in het Latijn en hield zich bezig met filosofie, moraal en overpeinzingen over de theorie van de onsterfelijkheid van de ziel. Hij was sterk beïnvloed door het werk van René Descartes, die uitgebreid over lichaam en ziel had geschreven. Spinoza bestudeerde ook het werk van Gersonides over onsterfelijkheid en Maimonides, een arts en filosoof die in Marokko en Egypte werkte, en een van de belangrijkste joodse geleerden, omdat hij probeerde de Bijbel met de filosofie te verzoenen. Spinoza vond de opvattingen van Maimonides schadelijk en nutteloos. Filosofie verbinden met een openbaringsgodsdienst is een lastige opgave en volgens sommigen onmogelijk. Spinoza loste dit op door de theologie ondergeschikt aan de filosofie te verklaren. Spinoza verzette zich al in een vroeg stadium tegen het beeld dat God een menselijke gedaante zou zijn, tegen het idee van de uitverkiezing van het joodse volk door God en de goddelijke oorsprong van de Bijbel. Spinoza twijfelde eveneens aan de oorsprong van de tien geboden van Mozes en legde veel nadruk op het belang van een deugdzaam leven. De rabbijnen zouden hem volgens sommige schrijvers een pensioen hebben aangeboden als hij afzag van verspreiding van zijn ideeën, maar het is ook mogelijk dat zijn contacten met andersdenkenden een rol speelden, en dat de rabbijnen een terugkeer van Spino

voor volledige informatie in andere talen