Cornelis Lely

Cornelis Lely (Amsterdam, 23 september 1854 – Den Haag, 22 januari 1929) was een Nederlandse ingenieur, waterbouwkundige, minister, gouverneur en politicus. De Zuiderzeewerken zijn grotendeels uitgevoerd volgens zijn plannen. Lely ontwierp in 1891 een eerste concept van zijn plan voor de afsluiting van de Zuiderzee, waarop deze binnenzee uiteindelijk in 1932 door de Afsluitdijk definitief werd afgesloten en het huidige IJsselmeer ontstond.

Jeugd en opleiding Cornelis Lely was het zevende kind van Jan Lely en Adriana van Houten. Hij werd geboren aan de Leidsegracht in Amsterdam en bracht hier ook een groot deel van zijn jeugd door. Hij kwam uit een vrijzinnig protestants, doopsgezind gezin. Vader Jan was makelaar in granen en zaden en reisde veel voor zijn werk, waarbij hij ook zijn kinderen vaak meenam. Zodoende kreeg Cornelis Lely al op jonge leeftijd plekken als het in aanbouw zijnde Noordzeekanaal en de Oranjesluizen te zien. Van 1866 tot 1871 volgde Lely de HBS aan de Keizersgracht. Vier jaar later, in 1875, behaalde hij het diploma van civiel ingenieur aan de TH te Delft. Na zijn afstuderen kreeg hij eerst een tijdelijke betrekking als waterpasser. Vervolgens trad hij als ingenieur in dienst van het ministerie van Waterstaat, waar hij minister Johannes Tak van Poortvliet bijstond bij de opstelling van diens Kanalenwet. In september 1886 werd hij assistent bij de Zuiderzeevereniging, een vereniging die zich de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee ten doel had gesteld. Hij deed veel onderzoek en ontwierp in totaal acht rapporten waarin hij zijn eigen inpolderingsplannen uitwerkte. In 1891 voltooide hij zijn plan, dat hij vele jaren later, na de watersnood van 1916 als minister bij wet tot uitvoering deed brengen. Daarnaast werd op zijn initiatief de Bergsche Maas gegraven, en bevorderde hij de spoorwegen.

Ministerschap Op 36-jarige leeftijd werd Lely benoemd tot minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid in het Kabinet-Van Tienhoven (1891-1894). Lely was minister van Waterstaat in nog twee kabinetten: het Kabinet-Pierson (1897-1901) en het Kabinet-Cort van der Linden (1913-1918). In 1898 loodste hij de wet voor de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij door het parlement. Daartussen was hij van 1902 tot 1905 gouverneur van Suriname, en tijdens dit gouverneurschap bevorderde hij het aanvankelijk particuliere plan voor de aanleg van de Lawaspoorweg. In augustus 1913 werd Lely voor de derde maal minister. De inpoldering van de Zuiderzee werd door zijn toedoen vervolgens eindelijk opgenomen in het regeringsprogramma, nadat zijn eerdere voorstellen door de voorgaande kabinetten meermaals waren afgewezen.

Overige functies Lely bekleedde ook andere openbare functies. Naast zijn ministerschappen was hij lid van de Tweede Kamer (tussen 1894 en 1922), lid van de Eerste Kamer (1910-1913), lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland (1909-1910) en lid van de gemeenteraad en wethouder van 's-Gravenhage (1908-1913). Erkenningen Zijn wetenschappelijke verdiensten werden erkend door zijn benoeming in 1895 tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afd. Natuurkunde, en in 1905, door het eredoctoraat van de Technische Hogeschool te Delft.

Privé : Hij trouwde in 1881 met de 19-jarige Mies van Rinsum, die hij vijf jaar eerder had ontmoet op de bruiloft van zijn broer Dirk die met Mies' zus trouwde. Twee jaar later werd hun eerste zoon Jan geboren. Nadien kregen ze nog vijf kinderen, van wie er een dood werd geboren terwijl hun derde zoon slechts twee jaar oud werd. Mies overleed plotseling in de zomer van 1914, zeer kort nadat zij en Cornelis vroegtijdig waren teruggekeerd van een kuurverblijf in Mariënbad in Wiesbaden. Omdat de Eerste Wereldoorlog op het punt van uitbreken stond was het in Duitsland niet meer veilig. Hij woonde in zijn tijd als minister op Alexanderstraat 13 in Den Haag. In 1922, nadat hij zich uit het politieke leven had teruggetrokken, verhuisde hij naar de Neuhuyskade en maakte reizen naar Egypte en Jeruzalem. Zijn zeventigste verjaardag in 1924 werd groots gevierd, met een officieel bericht in de krant en een receptie waarbij ook de minister van Waterstaat aanwezig was. In de herfst van 1927 vertrok Lely samen met zijn dochter Bep voor een maand naar de Verenigde Staten om er een reeks lezingen te geven, op uitnodiging van de Netherland-America Foundation die toen net was opgericht. Lely overleed in 1929 op 74-jarige leeftijd te Den Haag, twee dagen na de verjaardag van zijn zoon Jan. Hij werd liggend op de grond naast zijn bureau gevonden, waar hij net was begonnen aan een brochure over het toen nog aan te leggen Amsterdam-Rijnkanaal. Hij werd begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan. Hij heeft de eerste drooglegging – die van het Wieringermeer – in 1930 en de sluiting van de Afsluitdijk (1932) niet meer meegemaakt.

voor volledige informatie in andere talen

Arabic