Den Haag

Den Haag is de hoofdstad van de provincie Zuid-Holland, en met 515.880 inwoners (1 januari 2015)[1] de op twee na grootste gemeente van Nederland, na Amsterdam en Rotterdam. De gemeente behoort tot het Stadsgewest Haaglanden, en deze agglomeratie telt 1.088.508 inwoners.[2] Tezamen met Stadsregio Rotterdam vormt Stadsgewest Haaglanden de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de 213e geürbaniseerde agglomeratie in de wereld. Deze regio maakt weer deel uit van de Randstad. De Nederlandse regering en het parlement zijn in de stad gevestigd, en het is de residentie van het koninklijk huis. Al is Den Haag niet de hoofdstad van Nederland, het vervult voor een belangrijk deel de rol die meestal aan een hoofdstad voorbehouden is. Zo staan bijna alle ambassades en ministeries in Den Haag. Daarnaast is de stad standplaats van vele nationale en internationale rechtscolleges, waaronder het Internationaal Gerechtshof, en het Internationaal Strafhof, wat Den Haag tot een vooraanstaande vestingsplaats van de Verenigde Naties maakt, tezamen met New York, Wenen, Genève en Nairobi.

Naamgeving Vanouds werd de plaats Die Haghe of Den Hag(h)e genoemd. Vanaf het begin van de 17e eeuw gebruikte het stadsbestuur officieel de naam 's-Gravenhage, die deftiger klinkt en een samentrekking is van 'des Graven ha(a)ge' (waarschijnlijk werd het toen al opgevat als de Haag (= het bos) van de Graaf van Holland). De oude naam Den Haag bleef in de volksmond bestaan.

Naamgeving Vanouds werd de plaats Die Haghe of Den Hag(h)e genoemd. Vanaf het begin van de 17e eeuw gebruikte het stadsbestuur officieel de naam 's-Gravenhage, die deftiger klinkt en een samentrekking is van 'des Graven ha(a)ge' (waarschijnlijk werd het toen al opgevat als de Haag (= het bos) van de Graaf van Holland). De oude naam Den Haag bleef in de volksmond bestaan. Sinds 1990 gebruikt de gemeente consequent de naam Den Haag in plaats van 's-Gravenhage, mede in verband met de internationalisering van de hofstad, haar huidige status van mondiaal justitieel centrum (met o.a. het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof), en om aan te sluiten bij buitenlandse benamingen als The Hague (Engels), La Haye (Frans), L'Aia (Italiaans), Den Haag (Duits) en La Haya (Spaans). In paspoorten/identiteitskaarten en officiële stukken van de gemeente staat echter altijd 's-Gravenhage,[5] nadat in 1990 een voorstel om de gemeentenaam officieel in Den Haag te veranderen was afgewezen. De telefoondienst en de posterijen gebruiken eveneens 's-Gravenhage. De spoorwegen en de ANWB gebruiken de kortere naam Den Haag. In de BAG[6] staat de woonplaatsnaam 's-Gravenhage (woonplaatscode 1245). De woonplaats 's-Gravenhage omvat het gehele grondgebied van de gelijknamige gemeente.

De naam 'Den Haag' wordt gebruikt in een figuurlijke betekenis voor de Nederlandse overheid en het parlement. In zijn verkleinvorm kan 'Den Haag' ook een archetype zijn: het Haagje wordt wel gebruikt voor een 'deftig' aandoende plaats of een die met het Oranjehuis geassocieerd wordt. Zo wordt Breda het Haagje van het Zuiden genoemd, Arnhem het Haagje van het Oosten, Roermond het Haagje van Limburg en het Friese Haagje is een bijnaam van Heerenveen. Den Haag was vanouds de plaats waar in de Nederlandse koloniën werkzame Nederlanders hun langdurig verlof plachten door te brengen. Na de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië zijn veel Indische Nederlanders in Den Haag gaan wonen, vandaar de bijnaam De Weduwe van Indië.

Stad of dorp? Den Haag heeft van oudsher nooit stadsrechten gehad. Desondanks kreeg het al in de middeleeuwen bestuurlijke instellingen die alleen in steden voorkwamen. Prins Maurits had al vergevorderde plannen om van Den Haag een vestingstad te maken, maar de Staten Generaal zagen dit als een aantasting van de onafhankelijkheid van het bestuurscentrum van de zeven provinciën. Den Haag kreeg in 1806 van koning Lodewijk Napoleon en in 1810 van keizer Napoleon de eretitel stad. Dit gaf toen geen bijzondere rechten meer, want het stadsrecht was al in 1798 tijdens de Bataafse Republiek afgeschaft. Lang voor die tijd had Den Haag al bijzondere privileges ontvangen, die Den Haag bestuurlijk het karakter van een stad gaven. Het waren echter de overige steden, die voorkwamen dat Den Haag, als zelfstandige stad, zitting kon nemen in het bestuur van het gewest Holland. Ook op andere terreinen had Den Haag de kenmerken van een stad: Den Haag had (sinds 1370) een eigen rechtbank en mocht eigen keuren (verordeningen) vaststellen; Den Haag had (sinds 24 augustus van hetzelfde jaar) burgers, in het algemeen werd de term burger enkel gebruikt in samenhang met steden; Den Haag had een typisch stedelijk bestuur, met burgemeesters (sinds 1559), een secretaris (pensionaris) en een vroedschap (sinds 1451); Den Haag had twee eigen schutterijen: het Sint-Jorisgilde (sinds de 14e eeuw) en het Sint-Sebastiaansgilde (sinds de 15e eeuw);

voor volledige informatie in andere talen