Dordrecht

Dordrecht is met zijn 119.009 inwoners (31 maart 2015, bron: CBS) de vijfde gemeente van de Nederlandse provincie Zuid-Holland. De grootstedelijke agglomeratie Drechtsteden, waar Dordrecht deel van uitmaakt, is met ongeveer 280.000 inwoners de 9de van Nederland.[bron?] De stad ligt op de plaats waar de Merwede zich splitst in de Noord en de Oude Maas. De gemeente Dordrecht omvat het gehele Eiland van Dordrecht. De bewoners van Dordrecht noemen hun stad veelal Dordt. Dordrecht beschikt over 4 politiebureaus, 2 brandweerkazernes, 2 ziekenhuizen en een gevangenis (Gevangenis Dordrecht). Dordrecht werd voor het eerst vermeld in een tekst uit de twaalfde eeuw, toen de stad nog werd aangeduid als Thuredrech, en kreeg in 1220 stadsrechten. In de middeleeuwen ontwikkelde de stad zich als belangrijke handelstad en stapelplaats en was het een van de zes grote steden van Holland. Later nam het belang van de stad af, maar de binnenstad herinnert nog altijd aan dit rijke verleden. Arno Brok (VVD) is sinds februari 2010 burgemeester van Dordrecht. Hij volgde Ronald Bandell (PvdA) op, die sinds 2000 burgemeester was.

Geschiedenis De stad Dordrecht ontstond aan het riviertje de Thure te midden van veenmoerassen. De Thure was een zijtak van de rivier de Dubbel en liep ongeveer ter hoogte van het huidige Bagijnhof. De oorspronkelijke naam van Dordrecht is Thuredrith. Dit betekent "doorwaadbare plaats in de rivier Thure". Thuredrith zou in de loop der tijd veranderen in Dordrecht, is een van de meerdere naamsverklaringen. De oudste vermelding voor de stad dateert van rond 1120. Omstreeks dat jaar werd in een gedeelte van de Annalen van Egmond melding gemaakt van de moord op Graaf Dirk IV in 1049 'bij Dordrecht' (apud Thuredrech).

Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van de Hollandse graaf Willem I. Na Geertruidenberg (1213) is Dordrecht daarmee de tweede stad waarvan bekend is dat het vrijheden van de Hollandse graaf kreeg. Het is niet uit te sluiten dat eerder ook andere Hollandse plaatsen stadsrechten kregen (niet alle oorkonden zijn als origineel of in afschrift bewaard gebleven). Op grond van zijn oude papieren maakt Dordrecht er echter sedert lang aanspraak op de oudste stad van Holland te zijn. Door haar strategische ligging en het verkrijgen van stapelrecht in 1299 ontwikkelde de stad zich tot een belangrijke stapelplaats. Dordrecht verhandelde vooral wijn, hout en graan. Rond 1400 had de stad ruim 8000 inwoners, waarmee het de grootste stad van Holland was. In 1421 kwam Dordrecht ten gevolge van de Sint-Elisabethsvloed, waarbij grote delen van het achterland (Grote Waard) voorgoed verdronken, op een eiland te liggen.

In 1572 kwam te Dordrecht de Eerste Vrije Statenvergadering bijeen. Vertegenwoordigers van alle Hollandse steden erkenden stadhouder Willem I, prins van Oranje, en steunden de opstand tegen de Spanjaarden. In 1618-1619 vond in Dordrecht, bolwerk van de reformatie, de Synode van Dordrecht plaats, waarbij de remonstranten tegenover de contraremonstranten stonden en waar het besluit viel tot de Bijbelvertaling die in 1637 de Statenbijbel zou opleveren, de eerste officiƫle vertaling in de Nederlandse taal. Tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672) werd Johan de Witt, zoon van mr. Jacob de Witt, als raadspensionaris naar voren geschoven. Onder zijn leiding werd in 1654 vrede met Engeland gesloten waarbij de Akte van Seclusie werd opgenomen. Deze akte moest voorkomen dat de zoon van Willem II stadhouder zou worden. Op 20 augustus 1672 echter werden Johan en zijn broer Cornelis de Witt in Den Haag gelyncht. Willem III, verdacht van het complot, werd datzelfde jaar stadhouder.

Dordrecht voerde een scherp anti-stadhouderlijke koers. Op 26 juli 1783 werd het exercitiegenootschap "De Vrijheid" opgericht. De Patriotten wilden de oude vrijheid heroveren op de Oranjes. Nederland was immers al ruim tweehonderd jaar een republiek, erfopvolging hoorde daar niet in thuis. Al snel volgden meerdere steden. Stadhouder Willem V vluchtte uit Holland. Op 18 september 1787 echter capituleerde Dordrecht voor de troepen van de Pruisische koning Frederik Willem, de zwager van Willem V. De Oranjerestauratie werd met kracht ingezet en de democratische beweging weggevaagd. Willem V werd in zijn positie hersteld. In 1815 nam zijn zoon Willem I, voorheen Willem VI, de titel Koning der Nederlanden aan.

voor volledige informatie in andere talen